Het uitsluipen van Juffers gaat heel anders dan bij Platbuiken. Juffers gaan niet hangen en draaien, maar schuiven als het ware uit het larvehuidje.
Dat doen ze door eerst te persen met het achterlijf en daarna met de poten te trekken.
Het begint met een barst in de larvehuid aan de rugkant van het borststuk.
Daar wordt het bovenste deel van het borststuk van de Juffer er uit geperst.
Dan barst de larvehuid bij de ogen en komen die eruit.
Vervolgens worden de rest van de kop en de rest van het borststuk er uit geperst. Dan de poten en de vleugels.
Door de poten te strekken vast te zetten en te buigen, wordt de rest van het achterlijf uit het omhulsel getrokken.
Nu gaan eerst de vleugels groeien. Dan volgt er een pauze van ongeveer 20 minuten en daarna begint het achterlijf te groeien.
De duur van deze pauze en de rest van de groei van het achterlijf was heel moeilijk op de foto vast te leggen.
Dit vanwege de onhebbelijke gewoonte om zich, al heel snel nadat het achterlijf uit de larvehuid is, achter het blad te verschuilen, als ze iets zien bewegen. Ik noem dat onhebbelijk, maar voor de Juffer is het heel nuttig. Dat heb ik gezien toen er een huismus op bezoek kwam.
Vloog die aan de ene kant, verschoof de Juffer razend snel naar de andere kant, van het blad van de gele lis. Vloog de huismus naar de andere kant, kwam de Juffer even snel weer terug.
Na het oppompen van het achterlijf is hij klaar om weg te vliegen.
Het eerste deel van het uitsluipen gaat heel vlug. Om dat vast te leggen op foto, heb ik een halfuur lang iedere 20 tellen een foto gemaakt.
Daarna weer om de minuut of nog langer via de interval instelling van de camera.
Om te laten zien hoe snel het ging, staat het tijd van nemen in de foto.
Alle foto's zijn op 22 mei 2010 genomen.
Op de laatste foto is fraai te zien dat Juffers "gezellige" uitsluipers zijn.
Helaas komt dat voornamelijk omdat ze op planten in of vlak bij het water uitsluipen. En die waren er niet zoveel.
Daardoor is er een gebrek aan uitsluipplaatsen en moeten ze wel zo dicht op elkaar kruipen.
Maar niet altijd gaat het uitsluipen goed.
Soms raken de vleugels beschadigd, vooral als het stevig waait.
Als kikkers ze ontdekken, vallen ze ook daaraan ten prooi.
En aan de kant worden ze door mieren belaagd.
Dit jaar, 2012, hadden de mussen jongen. Ze kwamen regelmatig met z'n vieren, langs vijver, fourageren. Geen uitsluipende juffer ontsnapte.
Een enkele net uitgeslopen juffer kon zich soms redden door snel achter het blad waar hij op zat te verdwijnen.
Hier is achterlijf gehavend uit de strijd gekomen.