Nadat in juni 2006 onze vijver klaar was, en gevuld met leidingwater en water en waterplanten uit sloten en vijvers in de omgeving, verschenen eind april 2007 de eerste uitsluipende Platbuiken.
In 2008 verschenen de eerste Platbuiken in de tweede week van mei en in 2009 begonnen de Platbuiken weer eind april uit te sluipen.
Hier is duidelijk te zien dat verreweg de meeste Platbuiken binnen één week uitsluipen.
In 2007 heb ik in mei eieren leggende Platbuiken waar genomen. In de jaren daarna niet meer.
In 2010 en 2011 zijn er geen Platbuiken meer uitgeslopen.
In 2012 heb ik nog 4 uitsluipers waargenomen.In 2013 geen enkele meer.
Bij het bestuderen van de tijdsduur van de 7 stadia, viel het op dat stadium VI in het algemeen langer duurt dan de andere 6 stadia.
Maar in 2008 duurde stadium VI wel heel erg lang.En dat terwijl het in 2008 warm was. Altijd 20 graden en soms flink daar boven.
In 2007 en zeker in 2009 was het veel kouder.
De lange duur van stadium VI in 2008 verbaasde mij.
Zo te zien is daar geen enkele reden voor. Het was prima uitsluipweer, zelfs veel beter dan in 2007 en 2009.
Overigens begon het uitsluipen in 2008 ook later dan in 2007 en 2009.
Meer gegevens kon ik helaas niet verzamelen, want in 2010 en 2011 is er geen enkele Platbuik uitgeslopen.
Wat niet zo verwonderlijk is, want ik heb na mei 2007 geen Platbuiken meer eieren zien leggen.Waarschijnlijk was de vijver daarvoor te veel bedekt.
Eind 2010 hebben we de vijver eens goed opgeschoond. In juli 2011 weer een paar vrouwtjes Platbuik eieren zien leggen.
Dat beloofde dus wat voor het volgende jaar.
En toen kreeg ik een idee dat zowel de verschillende uitsluipdata, als de lange duur van stadium VI in 2008 kon verklaren.
De uitsluipers in april 2007 waren larven die twee jaar in het water hadden door gebracht. Ze waren met het slootwater in 2006 in onze vijver gekomen.
De uitsluipers in mei 2008, waren van larven die één jaar in het water hadden geleefd. Afkomstig uit de legsels van 2007.
Omdat ze maar 1 jaar groei achter de rug hadden zou het kunnen dat hun vliegspieren minder sterk waren dan die van larven die er 2 jaar over konden doen.
In april 2009 kwamen weer larven die er twee jaar over hadden gedaan uit het water. Net als in 2007, nu ook slechts een geringe verlenging van stadium VI.
Mijn voorspelling voor 2012:
De eerste uitsluipers in de tweede week van mei en een lang stadium VI.
En zie: op 10 mei 2012 twee uitsluipers. Op 11 mei één en op 21 mei nog één.
Toen was het op.
Zie hoe keurig de uitsluipers van 2012 passen bij die van 2008.
Op 10 mei klom er om 5 voor 8 een larf omhoog in het rode longkruid.
Omdat het miezerde heb ik de stengel afgebroken en binnen in een vaasje gezet. Want in de miezerregen kon ik er geen camera met interval bij zetten.
Binnen was het 19,5 graden en buiten bewolkt. Om 9.07 uur zat hij vast. Daarna volgden de 5 stadia in normaal tempo, tot het achterlijf plat was (het begin van stadium VI). Maar vleugels spreiden, ho maar.
Toen hij er om half vijf nog zo hing, en stadium VI al 4 uur duurde, vond ik het tijd om te proberen hem alsnog de vleugels te laten spreiden. Als hij dan alsnog wegvloog zou hij nog voor 18.00 uur buiten gezet kunnen worden.
Aangezien er geen zon was om hem in te zetten heb ik iets anders bedacht om hem van extra energie te voorzien.
De rode gloed komt van de InfraPhil, de infraroodlamp die ik 60 seconden op hem gericht had, waarna hij zijn vleugels spreidde. En even later weg vloog.
Maar inmiddels was er nog één bij gekomen. Die klom om 2 uur buiten in het rode longkruid en is ook binnen gezet.
Hij zat vast om half drie en had zijn achterlijf plat om kwart voor zes. Dat was het begin van stadium VI.
Gezien het succes met de InfraPhil heb ik ook deze uitsluiper ermee beschenen. Om 19.30 uur 60 seconden. Stadium VI duurde toen 1 uur 45.
Maar hij was daar niet van gediend en probeerde uit de bundel weg te kruipen. Hieronder is dat te zien.
Dat was dus mislukt. Maar misschien was het te vroeg geprobeerd.
Daarom om 21.52 uur nog eens bestraald. Toen duurde stadium VI al 4 uur en 7 minuten.
En ja hoor, na 60 tellen spreidde hij zijn vleugels.
Dat is hieronder te zien.
Het was nu te laat om nog weg te vliegen, dat gebeurde de volgende ochtend, nadat hij, voor het raam, in de zon was gezet
Nummer 3 van 11 mei heb ik gevonden met geheel gekreukelde en verkleefde vleugels
Nummer 4 van 21 mei vond ik met de vleugels bijna vol en die had verder een heel normale ontwikkeling. Dat wil zeggen: geen verlengd stadium VI.
Bekijken we nu de gegevens van 2012 samen met die van 2007 t/m 2009,
dan zien we het volgende:
Het is opmerkelijk hoe goed de gegevens van 2008 en 2012 overeen komen.
Zeker als je je realiseert dat het om betrekkelijk kleine aantallen gaat. ( zie eerste grafiek).
Maar ondanks dat, ben ik er van overtuigd dat het in 2008 en 2012 om één jaar oude larven ging en in 2007 en 2009 om twee jaar oude larven.
Het wordt spannend, eind april 2013.
Dat was in 2012 de vraag, maar de winter en het voorjaar van 2013 waren extreem koud.
Er is geen enkele platbuik uit de vijver tevoorschijn gekomen.
Alleen een paar juffers en twee viervlekken. Van één alleen het huidje gevonden en de andere door een mus meegenomen om zijn jongen te voeden.
Nu eindigen mijn waarnemingen aan het uitsluipen van libellen.